Berekeningen bijgewerkt voor 2025

Berekeningen bijgewerkt voor 2025

Berekeningen bijgewerkt voor 2025

8 januari 2025 - Nieuws

Een nieuw jaar betekent nieuwe getallen om mee te rekenen. Denk bijvoorbeeld aan de rente. Maar ook bijvoorbeeld het minimumloon waarmee gerekend wordt. Sinds deze week zijn de berekeningen weer bijgewerkt voor de nieuwe cijfers van 2025. Wat zijn de belangrijkste updates?

Voor onze berrekeningen rondom de studieschuld zijn we afhankelijk van een aantal cijfers die jaarlijks veranderen. De belangrijkste hiervan is de rente op de studieschuld. Andere belangrijke cijfers zijn het minimumloon en zogenaamde "financieringslastpercentages" die het Nibud publiceert. Die is belangrijk voor de berekening van de maximale hypotheek.

Wijziging minimumloon

Een belangrijk wijziging is de verhoging van het minimumloon met 5,9% ten opzichte van vorig jaar. Je draagkracht wordt namelijk berekend aan de hand van hoeveel méér je verdient dan het minimumloon.

Voor alleenstaande terugbetalers in het nieuwe stelsel geldt bijvoorbeeld dat ze 4% van hetgeen dat ze méér dan het minimumloon verdienen moeten gebruiken om hun schuld terug te betalen. Verdien je dus minimumloon of minder? Dan heb je een draagkracht van 0 euro en hoef je dus niet terug te betalen.

Doordat het minimumloon is verhoogd, is de drempel om terug te betalen dus ook iets verhoogd.

Wijziging rentes

Ook de rentes zijn weer bijgewerkt. Je rente op je studieschuld staat steeds voor 5 jaar vast, dus misschien merk je helemaal niks van de rentewijziging. Maar mocht je rente veranderd zijn: vanaf 2025 geldt een rente van 2,57% voor studieleningen die onder SF35 vallen (was 2,56% in 2024) en een rente van 2,21% voor schulden onder SF15.

Vooral de SF15-rente is flink veranderd: vorig jaar gold nog een rente van 2,95%. Als je rente vorige week weer is vastgezet voor 5 jaar heb je het dus een stuk gunstiger dan wanneer dat een jaar geleden was gebeurd.

Wijziging financieringslastnormen

De laatste belangrijke wijziging is die van de hypotheeknormen. Elk jaar publiceert het Nibud de zogeheten financieringslastnormen. Dat percentage vertelt welk deel van je brutoloon je mag uitgeven aan hypotheekrentelasten. Hoe hoger dit percentage, hoe meer je mag lenen. Dit wordt berekend aan de hand van gebruikelijke bestedingspatronen en zorgt ervoor dat mensen zichzelf niet ‘kapotlenen’.

Eigenlijk wel prettig: als deze regels er niet waren zouden mensen in de oververhitte woningmarkt waarschijnlijk graag meer lenen, met hogere huizenprijzen tot gevolg.

De tabel voor 2025 die het Nibud hierover publiceert is ook weer toegevoegd aan onze rekenmodule.